Skip to Content

Op de website van het concern staat het duidelijk vermeld: duurzaamheid is bepalend bij alles wat we doen. Zo kijkt Achmea standaard bij een schade hoe deze zo duurzaam mogelijk kan worden opgelost. Vaak wordt er voor herstel gekozen in plaats van voor vervanging. Een voorbeeld is spotrepair. Dat houdt in dat bij kleine schades alleen het beschadigde deel wordt vervangen.

Gemeengoed

Eva van Veen en Michiel Hondelink houden zich samen met zo’n 235 collega’s dagelijks bezig met onder meer expertise, inkoop en preventie. Zij durven de stelling wel aan dat duurzaam schadeherstel bij Achmea al gemeengoed is. Hondelink: “Dat klinkt misschien arrogant, maar als je onder duurzaam schadeherstel verstaat dat je liever herstelt in plaats van vervangt, dan doen wij dat al jaren. Herstel levert de klant gemak op, omdat de schade veel sneller is hersteld. Ook is het goedkoper en duurzaam.”

Wat doen verzekeraars?
Dit is het vijfde en laatste deel in onze serie over duurzaam schadeherstel. In eerdere interviews kwamen Ansvar, Midglas, Unigarant en Donatus aan het woord.

Schadeherstelnetwerk

Daarnaast kan een grote organisatie ook veel impact maken, meent Hondelink. ”Met onze volumes kunnen wij veel klanten bereiken. Van de bij ons aangesloten herstellers in de woon- en autobranche is zo'n 95 procent op enige manier al duurzaam gecertificeerd. Denk aan ISO 14001, Erkend Duurzaam of Groen Gedaan. Dat betekent dat de vele duizenden schades via ons herstelnetwerk duurzaam worden hersteld.”
Toch wil ook Achmea verder werken aan een slimmer, groener en beter schadeherstel. “Een mooie uitdaging”, benadrukt Van Veen. “Wij willen bijvoorbeeld dit jaar graag komen tot een goede aanpak voor het vaststellen van de CO2-footprint voor ons herstelnetwerk. En, eerlijk is eerlijk, het zou ons en de hele sector enorm helpen als we gezamenlijk tot een leidraad kunnen komen, zodat er één standaard is.”

"Het zou ons enorm helpen als er een gezamenlijke leidraad komt"

Kracht van manifest

Haar collega Hondelink hoopt dat dat ook de kracht van het manifest zal zijn. “Het is mooi dat het Verbond, het NIVRE en Schoonmakend Nederland elkaar hebben gevonden in een manifest. De handen ineenslaan is de enige manier om tot goede afspraken te komen en bijvoorbeeld normen vast te stellen voor duurzaam herstel. Wat kunnen we doen om het nog duurzamer te maken?”
Het is, volgens hem, goed nieuws voor de herstelbranche als verzekeraars straks niet allemaal opnieuw het wiel uitvinden. “Als de ene verzekeraar x eist, terwijl een ander y of z wil, jagen we elkaar alleen maar op kosten. Dat is jammer en in mijn ogen ook onnodig, omdat we uiteindelijk allemaal hetzelfde duurzame doel hebben.”

Rol van de klant

De focus ligt in het manifest op het schadeherstel, maar wat is de rol van de klant? En hebben verzekeraars een taak in het ‘sturen’ van die klant? Want wat als die klant per se nieuw wil en geen zin heeft in een gerecycled product? Of in spotrepair? “Het is een breed gesprek dat wij binnen Achmea voeren”, geeft Van Veen aan. “Hoe kunnen we klanten stimuleren om nog meer van onze duurzame schadeherstellers gebruik te maken? En welke materialen kunnen we nog duurzamer gebruiken bij het herstellen van de schade? Of kunnen we materialen hergebruiken? Er zijn voorbeelden van landen in Europa die gerecyclede onderdelen al standaard inzetten in de automotive markt. Wij zien daar mooie kansen, ook voor een individu om de footprint te verbeteren.”

Ze geeft volmondig toe “dat keuzes voor het recyclen van onderdelen veel voeten in de aarde hebben. Er is wereldwijd meer aandacht voor duurzaamheid en vergroening, maar vanzelfsprekend moeten wij onze klanten wel adequaat schadeherstel kunnen garanderen. ‘Fijn dat je je auto bij ons brengt voor herstel. Omdat wij graag gerecyclede onderdelen gebruiken, hebben we over drie maanden een geschikte motorkap voor je', kan dan niet het uitgangspunt zijn.”

"Er zijn al voorbeelden van landen die gerecyclede onderdelen standaard inzetten"

Preventie

De boodschap van Van Veen en Hondelink is helder. Duurzaamheid gaat verder dan alleen die groene kleur. “Bij ieder contract dat wij sluiten, vragen wij om de Achmea Duurzaamheidsverklaring te ondertekenen. Dan gaat het ook over hoe het bedrijf met haar personeel omgaat bijvoorbeeld. Doen ze aan veiligheidstrainingen? Hoe is het mvo-beleid? Groen is belangrijk, maar maatschappelijk verantwoord ondernemen en preventie vallen bij ons ook onder duurzaamheid.”
Dat laatste, het voorkomen van schades, is en blijft de beste remedie, besluit Van Veen. “Als je kijkt naar de uitstoot van grote branden, schrik je je rot. Of, nog erger, naar de uitstoot van de wederopbouw, want die is nog heftiger voor de milieubelasting. Wij hebben wel eens een rekensom gemaakt van de uitstoot van een grote brand. Daar kun je – ter compensatie – een paar voetbalvelden vol zonnepanelen voor neerleggen. Ik vind dan ook dat we in onze sector nog meer kunnen doen aan preventie. Duurzaamheid bij schade is echt meer dan alleen maar herstellen in plaats van vervangen.”

Duurzaamheid bij Achmea
Zowel Van Veen als Hondelink roemen de ruimte die Achmea aan haar medewerkers biedt om duurzaam te denken. “Natuurlijk werken wij ook met doelstellingen om steeds duurzamer te worden. Wij zijn, net als andere verzekeraars, volop aan het zoeken naar meer en beter. Bijvoorbeeld als het gaat om ‘vocht meten op afstand’ en een digitale intake bij een schademelding in plaats van ergens naar toe te rijden. Of het verstrekken van een ebike als vervangend vervoer.”
Maar Achmea wil ook investeren in het vergroenen van haar personeel zelf. Iedere medewerker krijgt daarom eenmalig een eigen klimaatbudget (2.500 euro) voor zonnepanelen, de aanschaf van een energiezuinige wasmachine, een elektrische fiets of een andere ‘groene’ wens. “Een mooi initiatief om groen nog meer in het DNA van de 12.000 medewerkers te krijgen”, oordeelt Hondelink.