Begin december 2020 is Botzen een van de sprekers op het derde webinar in de reeks livestreams die het Verbond organiseert over klimaatverandering. Dagvoorzitter en Verbondsdirecteur Geeke Feiter vraagt hem meteen na de introductie of er een correlatie is tussen een overstromingsverzekering en de bereidheid om meer aan het klimaat te doen? Botzen antwoordt met een volmondig ‘ja’.
Klimaatverandering en de impact op schadeverzekeringen
Het Verbond van Verzekeraars organiseerde in 2020 een serie livestreams rondom het thema klimaatverandering en de impact op schadeverzekeringen. Na hagel (in juni) en droogte (september) werden in december de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van overstroming gedeeld. Zo stond prof. dr. Wouter Botzen stil bij internationaal onderzoek naar overstromingsverzekeringen.
In dit tweede deel van onze achtergrondserie ‘Overstroming’ staat zijn verhaal centraal. In het eerste deel vertelde Deltacommissaris Peter Glas hoe we met het Deltaprogramma de veiligste delta van de wereld voorbereiden op klimaatverandering.
Meer overstromingen
Wouter Botzen is naast hoogleraar Economics of Climate Change and Natural Disasters ook hoofd van de afdeling milieueconomie van het Instituut voor Milieuvraagstukken aan de VU. Hij heeft vooral veel ervaring op het gebied van internationaal onderzoek naar overstromingsverzekeringen en begint zijn verhaal met een ‘plaatje’ van herverzekeraar Munich Re. De grafiek laat de wereldwijde schade van grote natuurrampen zien vanaf 1980 en de flink stijgende lijn valt meteen op. “De schade neemt toe.”
Volgens Botzen moeten de oorzaken onder meer worden gezocht in het stijgende aantal overstromingen en meer stormschades, maar hij schrijft ze ook toe aan de sociaal economische ontwikkelingen. “We zijn met meer mensen en ontwikkelen meer economische activiteiten in gebieden die we voorheen als kwetsbaar bestempelden. Bovendien heeft de manier waarop we bouwen invloed op het schadebeeld.”
New York
Over bouwen gesproken. Botzen heeft samen met collega’s een vragenlijst in New York uitgezet onder meer dan duizend huizenbezitters. Het gaat om huiseigenaren die in verschillende delen van NY wonen en dus ook met verschillende overstromingsrisico’s te maken hebben.
Hij heeft in het onderzoek zowel gekeken naar de perceptie van de overstromingsrisico’s als naar de werkelijkheid. “En wat blijkt dan? Mensen overschatten de kans op een overstroming, maar onderschatten de gevolgen.” Een interessant gegeven voor verzekeraars, benadrukt Botzen, “want dat is ook wat we in soortgelijke studies in Nederland hebben gevonden”.
Hij ziet daarom wel een mooie rol voor verzekeraars weggelegd om het risicobewustzijn te verhogen. “Vooral het onderschatten van de gevolgen (en dus ook van de schade) blijkt veel invloed te hebben op het wel of niet nemen van preventieve maatregelen.”
Risicobewustzijn
Uiteraard heeft Botzen in het NY-onderzoek ook gekeken naar de relatie tussen het hebben van een overstromingsverzekering en het treffen van wat hij de risico-reductiemaatregelen noemt. “Het gaat bij dat laatste om methoden die in Amerika al veel worden toegepast om overstromingsschade te beperken. Denk aan een pomp- en drainagesysteem, het gebruik van een waterbestendige vloer, het bouwen met waterdichte muren en andere waterbestendige bouwmaterialen, en het ophogen van cv en elektrische installaties.”
Opvallend in de uitkomsten is dat het zogenoemde morele risico geen rol lijkt te spelen. “De aanname dat mensen met een verzekering zich minder goed voorbereiden op een overstroming, omdat ze toch al zijn verzekerd, gaat in dit geval niet op”, meent Botzen. “Sterker nog, uit het onderzoek blijkt dat mensen met een verzekering juist meer maatregelen treffen dan mensen zonder een verzekering.”
Hij benadrukt verder dat dit NY-onderzoek niet op zich staat. “We hebben soortgelijke studies gedaan in andere delen van Amerika, maar ook in Frankrijk en Duitsland. De uitkomsten zijn steeds hetzelfde: mensen met een verzekering bereiden zich beter voor dan mensen zonder.”
"Mensen met een verzekering bereiden zich beter voor op een overstroming"
Studenten in Nederland
En hoe zit dat dan in ons land? “Natuurlijk hebben we dat ook onderzocht, maar bij ons is de vergelijking lastiger, omdat we geen grote groep hebben die tegen overstroming is verzekerd.” Het onderzoek in Nederland is daarom vooral gestoeld op experimenten en vragenlijsten. “We plaatsen mensen in een bepaalde situatie: wel/geen verzekering, verschillende soorten eigen risico’s en vergelijken vervolgens de investeringen die ze willen doen.”
In eerste instantie heeft Botzen een experiment onder studenten gehouden. Zij kregen te maken met een overstromingskans, in dit geval één procent per jaar, en moesten vervolgens aangeven wat en hoeveel ze wilden investeren in preventie. Ook nu komt Botzen tot de conclusie dat er geen sprake is van een moreel risico. “Daarnaast merken we dat zowel een eigen risico als een premiekorting effectief kunnen zijn. Als het eigen risico hoger is, investeren studenten ook meer in risicoreductie, hoewel dat effect wel beperkt is. Met name premiekortingen blijken goed te werken. Als de studenten meer korting krijgen, investeren ze ook meer.”
Huizenbezitters
Mooie conclusies, meent Botzen, maar studenten zijn meestal geen huizenbezitters. Dus heeft hij het onderzoek nog een keer onder Nederlandse huiseigenaren uitgezet. Zij konden echter, naast een ‘startkapitaal op papier’, ook echt geld verdienen. Aan de hand van de keuzes die zij in het experiment maakten, konden ze maximaal 500 euro verdienen. “Daarmee wilden we ervoor zorgen dat ze hun keuzes zelf ook serieus namen”, aldus Botzen.
Meer dan tweeduizend huiseigenaren kregen weer verschillende condities voorgelegd: geen verzekering, een verplichte publieke verzekering (met de variatie van een premiekorting voor risicoreductie) of een vrijwillige private verzekering (ook weer met een eventuele premiekorting, afhankelijk van de mate van investeringen).
Enkele resultaten? “Opvallend is dat bij de groep voor de vrijwillige verzekering 85 procent bereid is te betalen voor een dekking en een kwart zou waarschijnlijk zo’n verzekering wel aanschaffen. Daarnaast, het mag geen verrassing meer heten, is er ook nu geen moreel risico. Huizenbezitters die vrijwillig een overstromingsverzekering afsluiten, investeren ook meer in risicoreductie. Verder is gebleken dat premiekorting de risicoreductie stimuleert. Zowel bij de verplichte als bij de private verzekeringsvorm.”
"Overheidscompensatie is een belangrijk obstakel voor een verzekering"
Spijt voorkomen
En tot slot heeft Botzen, naast de risicoperceptie, ook gekeken naar enkele andere factoren die van invloed zijn op de vraag naar een overstromingsverzekering. Zo maakt onder meer de manier van aanbieden veel uit voor de vraag.
“Als mensen in een zogenoemde opt-in vorm kunnen kiezen voor een verzekering, dan wil de helft dat wel doen. Maar als je het standaard aanbiedt, bijvoorbeeld via een opstalverzekering, en mensen moeten ervoor kiezen om het niet te willen (de opt-out), dan is zeventig procent bereid de dekking te houden. Daarnaast speelt de verwachte spijt een grote rol. Een overstroming meemaken en niet verzekerd zijn, blijkt een belangrijke overweging om een verzekering af te sluiten. Mensen willen spijt simpelweg voorkomen.”
Aan de andere kant noemt Botzen “de overheidscompensatie, die nu via de Wet Tegemoetkoming Schade (Wts) wordt geregeld, een belangrijk obstakel voor het afsluiten van een verzekering. Veel mensen verwachten toch dat de overheid de schade na een overstroming dekt en zijn daardoor minder geneigd om zelf een verzekering te sluiten.”
Meer informatie over de Wts is te vinden in het adviesrapport overstromingen van het Verbond of op de website van de overheid.