“Waterschappen geven jaarlijks 2,9 miljard euro uit aan het waterbeheer, dus dat is niet helemaal klein bier”, vertelt Herman Havekes, strategisch adviseur bestuur en directie bij de Unie van Waterschappen.
Havekes maakt van zijn hart geen moordkuil en benadrukt dat een waterschap in de regio vaak de grootste werkgever is. Hij is “eerlijk gezegd” ook helemaal niet zo ontevreden over de aandacht voor de waterschappen. “Ik las vanochtend nog een fraai stuk in de VPRO-gids, als opmaat naar een radio-uitzending komende zondagavond (21.00 uur op Radio 1) van liefst 45 minuten. Het kan natuurlijk altijd nog beter en we zijn dan ook blij met jullie aandacht!”
Belastinggeld
Op de vraag waarom de waterschapsverkiezingen zo belangrijk zijn, reageert hij eerst met de uitleg wat een waterschap inhoudt. “Je kunt het waterschap karakteriseren als een groep mensen (burgers, bedrijven, boeren en bos-en natuurbeheerders) die binnen rijks- en provinciale kaders zélf bepalen wat er op watergebied moet gebeuren, wat dat mag kosten en wie dat gaat betalen.”
In dat kostenaspect zit wat hem betreft zeker een extra reden om te gaan stemmen. “Het bekende adagium No taxation without representation, waaraan de USA zijn onafhankelijkheid te danken heeft, geldt immers ook voor de waterschappen die hun jaarlijkse uitgaven van zo’n € 2,9 miljard bijna helemaal via eigen belastingen financieren. Door te gaan stemmen, kun je met andere woorden invloed uitoefenen hoe dat belastinggeld wordt besteed. Veel democratischer kan het niet.”
Herman Havekes van de
Unie van Waterschappen
Stemwijzer
Hij vult daarbij aan dat de verschillende partijen die aan de waterschapsverkiezingen meedoen, ook écht anders denken over de besteding van dat geld. “De één wil bijvoorbeeld een zo laag mogelijk belastingtarief, terwijl de ander een nog schoner en mooier watersysteem nastreeft. Je kunt ook denken aan een laag waterpeil voor de landbouw of juist een hoog waterpeil voor de natuur. Of de ene partij wil dat het waterschap zo snel mogelijk energieneutraal wordt, terwijl de ander op dat terrein juist geen grote rol voor het waterschap ziet weggelegd. Er is echt wat te kiezen en wie twijfelt, kan de stemwijzer (mijnstem.nl) gebruiken.”
Grootste uitdaging? Het weer!
Over de grootste uitdaging waar de sector voor staat, hoeft Havekes niet lang na te denken: het veranderende weer. “We hebben nu al het weer dat we eigenlijk pas voor 2050 hadden verwacht. Dat betekent nogal wat voor onze watervoorziening. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld zoveel mogelijk water naar hoger gelegen gebieden gebracht om in tijden van droogte uitkomst te bieden. Dat is trouwens best lastig en het lukt ook niet overal, want water stroomt meestal van boven naar beneden, maar we doen ons best.”
De opdracht voor de waterschappen is in ieder geval helder: “We moeten versneld inspelen op die klimaatverandering en dat meer en meer bij de burger onder de aandacht brengen. Het waterbewustzijn in ons land is namelijk laag, zo bleek een paar jaar terug ook uit een internationaal onderzoek naar het Nederlandse waterbeheer. Vergelijk het maar met het verzekeringsbewustzijn: als er geen ramp gebeurt, vergeet de burger hoe belangrijk het is. Wat dat betreft staan we voor dezelfde opdracht: zowel verzekeraars als waterschappen moeten duidelijk maken dat ons land kwetsbaar is en maatregelen noodzakelijk zijn.”
Extra investeren in klimaat
De komende jaren gaan de waterschappen dan ook jaarlijks honderd miljoen extra investeren in klimaatmaatregelen. De totale investeringen komen daarmee op €1,5 miljard per jaar. Havekes: “Denk aan investeringen in dijkversterkingen, de aanleg van waterbergingsgebieden en het vergroten van gemalen om wateroverlast nog beter te kunnen voorkomen. Maar ook aan investeringen in het opwekken van energie op onze 325 rioolwaterzuiveringsinstallaties en het terugwinnen van waardevolle grondstoffen uit het afvalwater (fosfaat, cellulose, bioplastics, e.d.), zodat we die grondstoffen weer een nuttige herbestemming geven. Onze sector bruist werkelijk aan alle kanten.”
Havekes is optimistisch gestemd en hoopt dat de ruim 43 procent die vier jaar geleden ging stemmen nu wordt overtroffen, maar zo nu en dan maakt hij zich zorgen. "Maandagavond heb ik nog een groep studenten mogen toespreken. Wat mij opviel is dat ze weinig tot geen politieke interesse hebben. Totdat ik zei: ‘Als die zeespiegel echt met anderhalve meter gaat stijgen, hebben jullie daar last van, ik niet’. Tja, daar had ik wel een punt. Ik heb ze voorgehouden dat ze een democratisch recht hebben en het hun belastinggeld is, zodat er maar één ding opzit en dat is stemmen!”