Skip to Content

Om dit mogelijk te maken pleit de verzekeringssector ervoor de huidige eisen voor het aanhouden van bufferkapitaal te versoepelen. Hiermee gaat de sector in tegen een EIOPA-advies die de kapitaals-eisen juist wil verhogen. Volgens recente berekeningen van Insurance Europe loopt Europa hierdoor tot 680 miljard euro mis aan toekomstige beleggingen door verzekeraars. Het Verbond herhaalt dat verzekeraars over voldoende kapitaal beschikken om aan hun verplichtingen richting de klant te voldoen: het aanhouden van onnodig hoge buffers leidt tot hogere kosten en premies voor de klant.

Houd rekening met daadwerkelijke risico levensverzekeringen

Verdere verhoging van de kapitaalseisen is ook niet nodig als de EC de Solvency-regels zo aanpast, dat deze beter rekening houden met het daadwerkelijke risico van lange termijn spaar -en pensioenproducten. Dit kan door relatief simpele aanpassingen zoals het begrenzen van de maximale negatieve rentestand om onrealistische scenario’s uit te sluiten. Maar ook door meer substantiële aanpassingen, zoals de introductie van een dynamische Volatility Adjustment (VA) omdat de huidige VA voor de meeste verzekeraars niet goed werkt. Met een dynamische VA kunnen verzekeraars inspelen op het spanningsveld tussen marktbewegingen op de korte termijn en het langetermijn-karakter van hun verplichtingen. Deze bewegingen zijn van invloed op de marktwaarde van de beleggingen en daardoor op de marktwaarde van het eigen vermogen van een verzekeraar. Door de VA te verruimen en te laten aansluiten op de spread van de referentie-portefeuille zijn verzekeraars beter in staat te concurreren op de kwaliteit van hun beleggingsbeleid voor spaar- en pensioen-producten. Producten die essentieel zijn voor het welzijn van Europese burgers in het licht van de vergrijzing en de onder druk staande nationale begrotingen.

Door lagere rentetarieven hogere kapitaalbuffers

Een ander voorstel van EIOPA gaat over de extrapolatie van de rentecurve in verband met de langdurig lage marktrente. EIOPA wil een veel strengere methode introduceren voor de wiskundige extrapolatie van het laatste liquide punt naar de uiteindelijke rekenrente (UFR). Dit dwingt verzekeraars rekening te houden met lagere rentetarieven op de langere termijn. Daardoor moeten zij veel meer eigen vermogen aanhouden. De huidige methode, waarbij de rekenrente jaarlijks met 0,15% daalt voldoet prima om in te spelen op een aanhoudende lage rente. Het EIOPA-voorstel maakt het systeem onnodig complex.

Breng risicomarge in lijn met huidige rente

Daarnaast pleit de sector voor een andere berekening van de huidige risicomarge (de contant gemaakte toekomstige kapitaaleisen, die aanwezig moeten zijn om in geval van nood een portefeuilleoverdracht naar een andere verzekeraar te vereenvoudigen). Het in de huidige formule opgenomen rentepercentage van zes procent dateert uit 2006, toen de kapitaalmarktrente fors hoger was dan nu. Verzekeraars kunnen meer kapitaal voor investeringen vrijmaken als de risicomarge in lijn wordt gebracht met het huidige rentepeil. Dit leidt tot lagere kapitaaleisen. Andere maatregelen om het investeringsvermogen van de sector te vergroten, zijn aanpassingen in de technische voorzieningen en het creëren van meer ruimte voor de risicospreiding van beleggingen.


In een serie artikelen staat het Verbond stil bij de belangrijkste prioriteiten voor de verzekeringssector bij de  herziening van Solvency II richtlijn door de EC. In december 2020 heeft EIOPA een uitgebreid advies aangeboden aan de EC waar het Verbond en Insurance Europe op hebben gereageerd. De Europese Commissie werkt momenteel aan een voorstel voor de herziening dat in het 3e kwartaal van 2021 wordt verwacht. Daarna gaat dit voorstel ter besluitvorming naar de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement.