Skip to Content

Van PSD2 naar FIDA

Het concept van data delen ontstond zo’n 10 jaar geleden met de eerste ideeën voor de Payment Service Directive (PSD2) in de bankensector. Een Europese wet die in 2019 in Nederland is ingevoerd om online betalen makkelijker te maken en die twee nieuwe betaaldiensten mogelijk heeft gemaakt. PSD2 verplicht banken om nieuwe dienstverleners toegang te geven tot de betaalrekeningen van klanten die daar expliciet toestemming voor hebben gegeven. Inmiddels zijn we 5 jaar verder en zijn er vanuit PSD2 verschillende businessmodellen ontwikkeld. Ook kwamen er meer regels voor data(delen) zoals de Digital Markets Act en de Data Act. En nu is FIDA in de maak, een Europese verordening die naar verwachting in 2027 ingaat en zorgt dat klanten hun financieel dienstverleners (datahouders) kunnen verzoeken om bepaalde klantgegevens te verstrekken aan andere bedrijven (datagebruikers).

Aandachtspunten

“Wat belangrijk is om over FIDA te weten, is dat bestaande financiële instellingen (datahouders) op basis van hun huidige vergunning gegevens kunnen verkrijgen. Dat zijn banken, verzekeraars, verzekeringsintermediairs, pensioenfondsen, beleggingsondernemingen etc.”, lichtte Emanuel van Praag toe. Hij is professor Financial Technology and Law aan de Universiteit van Rotterdam, advocaat bij Kennedy Van der Laan, lid van de Expert Group on European Financial Data Space van de Europese Commissie en sprak verzekeraars toe tijdens het Open Insurance-event. “Niet-financiële instellingen, hebben wél een vergunning nodig van de toezichthouder”, vervolgt hij. “Die partijen heten dan Financial Information Service Providers (FISP’s). En zoals het er nu uitziet, kunnen ook de BigTechs met een vergunning van FIDA toegang krijgen tot data in de financiële sector.”

Verder wijst Van Praag op een belangrijk verschil tussen PSD2 en FIDA. “Datagebruikers gaan onder FIDA betalen voor data. Waarom? Het zorgt ervoor dat datahouders worden geprikkeld om kwaliteit te leveren. Het gaat dan wel om een redelijke, en dus geen buitensporige, vergoeding voor interfaces en API’s.”

Over de implementatie, het hoe, is volgens Van Praag op dit moment nog veel onbekend. “Wat wél duidelijk is, is dat gegevens zonder onnodige vertraging, continu en realtime beschikbaar moeten worden gesteld aan datagebruikers. Maar om dat te bereiken, moeten technische details en standaarden worden uitgewerkt in afsprakenstelsels tussen de betrokken partijen”, besluit hij.

Focus op afsprakenstelsels

“Die afsprakenstelsels, oftewel schemes, bieden voordelen en kansen”, vult Maarten Bakker, Vice President van Innopay aan. “Iedereen kent of gebruikt IDEAL. Dat is ook een afsprakenstelsel. Zo’n stelstel maakt opschaling van digitale transacties mogelijk, zorgt voor standaardisatie en lagere transactiekosten. En dit allemaal onder controle van de aanbieders van deze diensten, en dus niet onder controle van een centrale commerciële partij. Toch is het opstellen niet eenvoudig, want het vereist veel afstemming en samenwerking.”

Onder FIDA mag de markt zelf afsprakenstelsels ontwikkelen. En dat biedt kansen om het speelveld vorm te geven. Daarom spoort hij de verzekeringssector aan om proactief te zijn. Bakker: “Start daarom nu. Onder andere met het verkennen van minimum viable ecosystemen met de partijen die daarbij betrokken moeten zijn. En werk aan de standaarden en afspraken over 12 bouwstenen zoals onder andere Governance, Level playing field, Data standards, Protection & ethics en Legal agreements.” Hij vervolgt: “De sector doet dit en zet nu al de eerste stappen om een FIDA-conform verzekeringsstelsel te ontwikkelen. Dat begint bij het bepalen van een blauwdruk op basis van de 12 bouwstenen. In fase 2 worden schemes ontwikkeld. En fase 3 is het operationaliseren.”

Visie op FIDA
Hoe kijken verzekeraars Achmea, Nationale-Nederlanden FIDA? In een paneldiscussie deelden Harry van der Zwan en Albert Spijkman hun gedachten over onder andere de toegevoegde waarde voor de klant. En over de rol van big techs.

Harry van der Zwan, Chief Commercial Officer Brokers & Partnerships bij Nationale-Nederlanden: “Als het gaat om datadelen proberen wij altijd buiten onze grenzen te kijken. Neem bijvoorbeeld de samenwerking tussen het Chinese Ping An, één van de grootste verzekeraars van de wereld en Alibaba met een platform van 300 miljoen klanten. Alibaba ontwikkelt zelf geen verzekeringen, maar maakt afspraken met Ping An. Ik denk dat dat hier ook zo zal gaan. In het kader van het opstellen van schemes is het dus relevant om uit te zoeken welke partijen elkaar goed aanvullen. Als je de juiste partijen weet samen te brengen, ontstaat een interessante combinatie om echt waarde toe te voegen voor de klant.”

Albert Spijkman, Directievoorzitter bij Achmea: “Eens, en wat is dan die toegevoegde waarde voor de consument precies? Denk vanuit de klant. Ga na wat zij echt nodig hebben. Dan bepalen welke schemes en partijen nodig zijn om de juiste services aan te kunnen bieden. Want pas dan zullen klanten het gaan gebruiken.”

Ook toezichthouder DNB was vertegenwoordigd tijdens deze paneldiscussie. André de Groot, Superviser Policy, ging met name in op de rol van big techs: “En over FIDA en de big techs gesproken; een aantal gate keepers (big techs) zijn eigenlijk al datahouder én datagebruiker. Vanuit FIDA-perspectief moet een niet-financiële datagebruiker een vergunning aanvragen. Wij kijken nu naar Europa waarin sommige big techs al vergunningen hebben als houder en gebruiker. En onder toezicht staan. Het gaat er wat mij betreft dan om dat je big techs beter kunt betrekken binnen FIDA, inclusief toezicht en safeguards, want ze hebben toch al heel veel data.”

Plug and Play InsurTech benadrukte tot slot het belang van Open Insurance voor de verzekeringssector. En de startups Linkbycar en Insurely lieten zien wat in de praktijk van data delen al mogelijk is.