Van Nieuwenhuizen pleit er onder andere voor om financiële dienstverleners de ruimte te geven te experimenteren met nieuwe producten of diensten, terwijl toezichthouders meekijken. Zo kunnen zij ervaring opdoen, zonder dat het klantbelang of de financiële stabiliteit in het geding komen.
Het Verbond kan zich vinden in deze aanbeveling. Mahadew wijst erop dat DNB en AFM sinds 1 januari met het programma Maatwerk voor Innovatie de mogelijkheid bieden om te experimenteren. “Maar dit is gebaseerd op de ruimte die de Nederlandse wetgeving biedt, terwijl veel van de regels van Europa komen. Die moeten sterk gemoderniseerd worden voor het digitale tijdperk.”
Techniekneutraal
Het Verbond vindt dat EU-wetgeving en toezicht moeten zijn gebaseerd op twee pijlers en is blij dat deze terugkomen in het rapport. De eerste is dat wetten gericht moeten zijn op activiteiten en niet op instellingen. Zo worden consumenten adequaat beschermd, of ze nu klant zijn van een bestaande partij of van een insurtech-startup. Daarnaast moet wetgeving techniekneutraal zijn. Dit houdt in dat dezelfde normen gelden, ongeacht de technologie die wordt ingezet.
Experts
Van Nieuwenhuizen heeft voor haar rapport gesproken met verschillende experts en partijen, waaronder het Verbond. Dat heeft haar bijgepraat over de zaken waar Nederlandse verzekeraars tegenaan lopen. Het Europees parlement buigt zich vanaf eind februari over de aanbevelingen. De Europese Commissie komt later dit jaar met een eigen fintech-actieplan en neemt het rapport daarin mee.
Lees ook het interview met Van Nieuwenhuizen in Verzekerd!