In de beantwoording wordt terecht aangegeven dat het belang van het slachtoffer voortdurende aandacht en inzet vraagt. Met het Nationaal Keurmerk Letselschade wil De Letselschade Raad zorgen voor een goede kwalitatieve belangenbehartiger van slachtoffers, ook zij hebben kwalijke praktijken op de agenda staan. Het Verbond realiseert zich terdege dat er ook veel goede belangenbehartigers met kennis van zaken zijn. Om kwalitatief goede belangenbehartiging te waarborgen verwijzen Slachtofferhulp Nederland (en verzekeraars) slachtoffers daarom voor een gekwalificeerde belangenbehartiger altijd naar het Nationaal Keurmerk Letselschade (NKL). Het Verbond vindt dat een goede eerste stap. Echter is dit nog niet voldoende, omdat inschrijving in het Keurmerk geen verplichting is. Daarom start het Verbond dit onderzoek.
‘Onvermijdelijke niemand na te dragen redenen’
Minister van Ark bevestigt bovendien in de beantwoording dat de lange duur van de afhandeling van letselschades veelal te wijten is aan onvermijdelijke, niemand na te dragen redenen, zoals medische eindtoestand, re-integratie of onduidelijkheid over de door het ongeval ontstane beperkingen. In een beperkt aantal zaken blijkt niet voortvarend handelen door de belangenbehartiger van het slachtoffer (14%) of verzekeraars (8%) mede een rol te spelen.
Kamer Langlopende Letselschadezaken
De beantwoording wijst in de voetnoot bovendien op nieuwe initiatieven zoals de Kamer Langlopende Letselschadezaken (Kamer LLZ). Dit is één van voorstellen van De Letselschaderaad, voortvloeiend uit het onderzoek van de Universiteit van Utrecht. Wij roepen alle partijen, in het bijzonder verzekeraars, om hier gebruik van te maken en geschillen bij deze Kamer neer te leggen.
Beantwoording Kamervragen over medische zaken en over de schadeafhandeling van de slachtoffers van het bloedbad in Alphen aan den Rijn