Volgens Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond, biedt Solvency II een degelijk raamwerk voor verzekeraars, “maar er zijn wel aanpassingen nodig. Onnodig hoge kapitaalbuffers leiden niet alleen tot hogere lasten voor verzekeraars, ze hebben ook gevolgen voor de positie van verzekeraars als institutioneel belegger. Deze rol is in Europees opzicht onder andere belangrijk voor het behalen van de Europese ‘Green deal’-doelstellingen, waaronder de investeringen in de energietransitie. En ‘last but not least’”, zo benadrukt Weurding, “voor verzekerden leiden hogere kapitaallasten uiteindelijk ook tot hogere premies. Dit kan EIOPA voorkomen door bijvoorbeeld de regels die dempend werken bij korte termijn marktfluctuaties, beter te laten aansluiten op (Nederlandse) verzekeringsproducten.”
Dempen van extreme marktomstandigheden
Dempende maatregelen in Solvency II zijn onder andere de Matching Adjustment (MA) en de Volatility Adjustment (VA). Onder de huidige regels kunnen in de praktijk alleen Spanje en het Verenigd Koninkrijk de MA toepassen. Terwijl dit instrument, vanuit het oogpunt van een gelijk speelveld, ook binnen Europa breed toepasbaar zou moeten zijn. Ook stelt het Verbond voor de VA aan te passen voor een gewenst dempend effect op de waarde van de verplichtingen bij meer extreme marktomstandigheden.
Voor de Nederlandse markt is het van belang om hypotheken op een andere manier te verwerken in de VA. Nu worden hypotheken hetzelfde behandeld als bedrijfsobligaties, terwijl de risico’s van hypotheken veel lager zijn. Nederlandse verzekeraars beleggen vanuit hun langetermijn beleggingshorizon relatief veel in hypotheken omdat hypotheekbeleggingen een goede risico-rendement-verhouding hebben. Verzekeraars dragen daardoor wezenlijk bij aan een stabiele financiering van de Nederlandse woningmarkt.
Geen noodzaak tot aanpassen LLP
EIOPA evalueert ook de wijze waarop het Last Liquid Point (LLP) wordt vastgesteld en verkent hierbij verschillende opties. Sommige opties leiden ertoe dat verzekeraars onnodig hoge buffers moeten aanhouden. Verzekeraars zijn onder de huidige regels goed in staat om in te spelen op renteontwikkelingen. Nieuwe verzekeringsproducten houden rekening met lagere renteniveaus. Bestaande levensverzekeringen met langlopende verplichtingen zijn afgedekt met langlopende obligaties. Daarom is het Verbond geen voorstander van een wijziging van de huidige regels.
Gelijk speelveld
EIOPA doet allerlei voorstellen om een gelijk speelveld te creëren. Het Verbond is hier groot voorstander van maar benadrukt dat “one size fits all” niet altijd opgaat. Verzekeringsproducten zijn verschillend door nationale (fiscale en civielrechtelijke) wetgeving. Het Verbond vindt dat EIOPA hier rekening mee moet houden.
Meer proportionaliteit door verlaging administratieve lasten
Het Verbond heeft in juli 2019 reeds gepleit voor een verlaging van de administratieve lasten voor niet-complexe kleine en middelgrote verzekeraars. EIOPA komt deels aan deze wens tegemoet door de omzetdrempel te verhogen voor de toepassing van Solvency II. Daarnaast wil het Verbond ook de lasten voor verzekeraars, die aan specifieke criteria voldoen, verlagen terwijl de regels en de bescherming van verzekerden hetzelfde blijven.
Verder proces
EIOPA evalueert momenteel op verzoek van de Europese Commissie (EC) de Solvency II richtlijn. Op basis van de consultatie, de reacties van onder meer het Verbond en Insurance Europe en een impactstudie adviseert EIOPA uiterlijk eind juni de EC. De EC beoordeelt dit advies en doet naar verwachting eind 2020 een voorstel tot wijziging van Solvency II. Dit voorstel wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement.