Skip to Content

Deze nota is vorige week ingediend door GroenLinks, D66, CDA en ChristenUnie. Het Verbond gaat graag het gesprek aan met de indieners en andere stakeholders. 

“Het is goed te lezen dat de inspanningen van de financiële sector om te verduurzamen in de nota worden herkend en benoemd, zoals het commitment financiële sector bij het Klimaatakkoord en het IMVO-convenant Verzekeringssector”, reageert algemeen directeur van het Verbond, Richard Weurding. “Tegelijkertijd constateren de indieners dat het tempo en de huidige inspanningen omhoog moeten en dat er meer ambitie, daadkracht en minder vrijblijvendheid nodig is. Waar mogelijk draagt de verzekeringssector hieraan bij. De financiële sector kan als institutioneel belegger een aanjagende rol vervullen in verduurzaming, maar we moeten niet vergeten dat dit een taak is voor iedereen: het bedrijfsleven en de maatschappij.”  

Meer green bonds 

Zo constateren verzekeraars dat er momenteel te weinig groene investeringsopties bestaan, met een redelijk rendement en voldoende zekerheid. Als de overheid of bedrijfsleven groene obligaties uitgeven, dan worden deze vaak ruim overtekend. Eerder pleitten verzekeraars al voor het meer uitgeven van green bonds’.  

Verzekerbaarheid klimaatschade 

Alléén verzekeren is geen oplossing voor toekomstige klimaatrisico’s, die afhankelijk van het soort schade dat het met zich meebrengt, onaanvaardbaar groot dreigen te worden (denk aan overstroming, verzakking, droogte etc.). Het Verbond steunt de oproep van de initiatiefnemers om DNB onderzoek te laten doen naar verzekerbaarheid van toekomstige klimaatschade. Net als het voorstel om de WRR de vraag te laten onderzoeken hoe men een rechtvaardige verliesverdeling van klimaatrisico’s kan vormgeven. De verzekeringssector wil hier graag zijn expertise leveren. 

Vergelijkbare standaard 

Het Verbond prijst de (inter)nationale inzet om standaarden te ontwikkelen waarmee de verduurzaming van financiële instellingen gemeten en inzichtelijk kan worden gemaakt. En wel op zo’n manier dat de inspanningen onderling vergelijkbaar zijn. “Wij begrijpen de ambitie van de indieners om snel tot één standaard te komen”, aldus Weurding. “Tegelijkertijd moeten we ervoor waken dat we aansluiting houden op een  Europese standaard.