Marc werkt bij Achmea en is – gemiddeld – één dag in de week betrokken bij BlueLabel: de eerste waterkwetsbaarheidsscan ter wereld die tot op de vierkante meter de overlast van extreme regenval kan berekenen. BlueLabel is eind 2017 opgericht en heeft inmiddels zo’n acht miljoen panden voorzien van een label, dat kan variëren van A (zeer laag risico) tot en met E (zeer hoog).
Samen met Sander Zweers (Operations Manager Digital Water van RoyalHaskoningDHV) vertelt Marc in dit tweede deel van onze serie over klimaatprojecten bij verzekeraars over BlueLabel.
Nieuwe serie over klimaat!Ons klimaat verandert en niet zo’n beetje ook. De kans op extreem weer neemt toe. Dat betekent dat er ook een grotere kans is op schade. Als verzekeraars de klimaatrisico’s het hoofd willen bieden en verzekerbaar willen houden, moeten ze actie ondernemen. En dat doen ze gelukkig ook. In een serie artikelen komt steeds één concreet project aan bod. In dit tweede deel richten we het vizier op BlueLabel (een initiatief van Achmea, Royal HaskoningDHV en Nelen & Schuurmans) dat vorig jaar de eerste waterkwetsbaarheidsscan ter wereld lanceerde. |
Hoe en wanneer is het eerste idee voor een waterscan ontstaan?
Marc: “Ik denk dat het in 2016 was. Wij kregen veel met storm- en wateroverlast te maken en wilden wat doen. In sommige gemeenten staan huizen twee keer per jaar onder water. Dat kun je laten gebeuren, of je doet er wat aan. In diezelfde periode zag ik Wytze Schuurmans op televisie die vertelde dat hij kan zien waar het water naar toe gaat en tot op stoeptegelniveau kan voorspellen hoe hoog het water komt. We hebben meteen de samenwerking gezocht.”
Toeval dus?
“Dat denk ik niet”, reageert Sander. “Ook de waterwereld is klein. Wij werkten al veel met adviesbureau Nelen & Schuurmans samen en vroegen Achmea of we niet iets met zijn drieën konden doen. Toen ging het hard. In december van 2017 hebben we een pitch gedaan voor de drie Raden van Bestuur en na afloop stonden de handtekeningen op papier en was er een joint venture opgezet.”
Sander Zweers (links) en Marc Scheers (rechts)
Hoe is jullie rolverdeling?
Sander: “Wij richten ons met BlueLabel onder meer op gemeenten, die dit jaar een stresstest moeten doen. Kortgezegd moeten zij in kaart brengen welke huizen gevaar lopen. Wij hebben alle drie met gemeenten te maken, maar allemaal op verschillende niveaus. Achmea komt veelal op bestuursniveau bij de beleidsmakers binnen, Nelen & Schuurmans in de projectensfeer en is dus vooral op inhoud gericht en wij zijn vooral bij de beleidsuitvoering betrokken. Dat soort combi’s maakt BlueLabel sterk.”
“Samen werkt het gewoon goed”, vult Marc aan. “Als Royal HaskoningDHV bijvoorbeeld een slimme toepassing bedenkt, kan dat verzekeringstechnische gevolgen hebben. We vullen elkaar in die zin mooi aan. Ik geloof heel erg in die kruisbestuiving. Industrieën kunnen elkaar versterken. Zeker als je weet wat de ander doet, kun je op zoek gaan een win-win. Dat zien wij trouwens ook gebeuren bij klant. Die oude klant-leverancier relatie is er niet meer. Ook daar moet een win-win zijn.”
Wat is BlueLabel volgens jullie?
Marc: “Een risicoscan op wateroverlast. Vooralsnog alleen voor regen, maar straks ook voor overstroming en voor hitte, droogte en verzakking. Het grappige is dat de maatschappij altijd focust op ‘waar valt de regen?’ in plaats van ‘waar gaat al dat regenwater naar toe?’ Wij denken heel snel dat daar waar het regent er ook overlast is, maar dat is niet zo. Veel verzekeraars richten hun preventie ook op de plaatsen waar de regen valt, terwijl het water misschien wel wegstroomt en een wijk verderop de pineut is. Eerlijk gezegd heb ik zelf ook de nodige eyeopeners gehad. Ik wist echt niks van de doorrekening van buien en verplichte stresstesten voor gemeenten.”
Zijn die gemeenten ook jullie (potentiële) klanten?
Sander: “Diverse gemeenten zijn al klant, maar we mikken ook op investeerders, vastgoedbeheerders, woningcorporaties en private partijen. Onze eerste klant was de gemeente Rotterdam, een voorbeeld voor velen als het over het runnen van de waterhuishouding gaat.”
Wat doet Rotterdam anders?
Marc: “Rotterdam heeft een snelle besluitvorming en toegewijde mensen die ook de wijk in gaan om te praten met bewoners. Zij gebruiken ons label om als stad klimaatbestendig te blijven, zodat mensen en bedrijven zich er graag willen vestigen.”
Sander: “Een van de concrete maatregelen is dat Rotterdam zegt: wij zitten nu voor de labels A en B op 88 procent en willen dat in de komende jaren verhogen naar negentig. Twee procent lijkt weinig, maar vergt enorme inspanningen. Bovendien komt de rekenkamer twee keer per jaar langs om te toetsen of het percentage is verhoogd en Rotterdam wel de juiste maatregelen neemt. Stel dat de gemeente de wijk Spangen wil aanpakken, omdat er veel overlast is. Dan kun je meteen maatregelen nemen door een park te herinrichten, maar je kunt ook bewoners oproepen tot actie en groene daken stimuleren. Helemaal als je je subsidiëring koppelt aan de risico’s kun je particulieren stimuleren om actie te ondernemen.”
Helpt jullie scan daarbij?
Marc: “BlueLabel geeft overzicht in het risico. Zowel aan de gemeente als aan de bewoners. Als jij op E uitkomt en het risico dus zeer hoog is dat je met wateroverlast te maken krijgt, dan ben je wel bereid om te luisteren naar preventiemaatregelen. En gemeenten krijgen via ons altijd een ‘real time’ beeld. Een stresstest vindt één keer per jaar plaats en is daardoor niet constant up-to date, terwijl ze bij ons altijd bij de gegevens kunnen, inclusief de historie en eventuele wijzigingen. Als er een nieuwe weg is aangelegd, kan het risicoprofiel veranderen en dan is het wel zo fijn dat die nieuwe situatie meteen wordt meegewogen.”
Jullie hebben zo’n acht miljoen objecten van een label voorzien, en nu?
Sander: “We hebben vorig jaar veel moeten investeren en mikken erop om dit jaar quitte te spelen (dus geen extra investeringen meer). Dat betekent dat we druk bezig zijn om BlueLabel te vermarkten. Naast gemeenten, investeerders, woningcorporaties e.d. mikken we daarbij ook op private partijen. Zo heb ik pas in kaart gebracht waar al die vestigingen van McDonalds zitten en inmiddels weet ik voor zo’n duizend filialen wat voor label ze hebben en dus ook wat voor risicoprofiel ze hebben. Normaal gesproken weten ze dat niet. Omdat ze zo verspreid door Nederland zitten, is er immers geen partij of database die ze dat kan vertellen. Wij kunnen dat risicoprofiel wel berekenen en datzelfde kunnen we natuurlijk ook doen voor pompstations, de NS, Albert Heijn of ziekenhuizen.”
Mikken jullie daarbij op Nederland of ook internationaal?
Sander: “We praten met een aantal partijen en doen geregeld pitches in het buitenland. Soms zijn dat collega’s die daar zijn gevestigd, zoals pas in Zuid-Afrika, maar soms doen we het zelf en gaan we naar een congres in Singapore of Kopenhagen. We hebben die internationale ambitie dus wel, maar proberen voorlopig te focussen op Nederland. Dat is al lastig zat.”
Wat is jullie uiteindelijke doel?
Marc: “We willen mensen in beweging krijgen. Er zijn wijken in ons land die letterlijk het afvoerputje zijn, maar er zijn ook wijken die nu oranje zijn. Als we niks doen, lopen deze wijken hetzelfde gevaar en zijn we te laat.”