Skip to Content

Hoe incidenten met de zero-emissiebussen moeten worden bestreden staat in het onlangs verschenen onderzoeksrapport Incidentmanagement zero-emmissiebussen van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid.

Andere veiligheidsrisico’s

De schonere zero-emissiebussen (ZE-bussen) worden aangedreven door batterijen die gevoed worden door elektriciteit of door waterstof, en hebben in de toekomst mogelijk een directe waterstofaandrijving. Deze nieuwe type bussen kennen andere veiligheidsrisico’s dan de conventionele bus.

Drie partijen

Uit het onderzoek blijkt dat drie partijen een belangrijke rol vervullen bij het management van een incident bij ZE-busvervoer. Dit zijn de buschauffeur en het vervoersbedrijf, de brandweer en het bergingsbedrijf. In het onderzoek is te lezen hoe er moet worden gehandeld per fase van incidentbestrijding: alarmeren, herkennen, verkennen, stabiliseren, bestrijden en nazorg.

Veiligheidsprotocol

Het vervoersbedrijf is verantwoordelijk voor het opstellen van een veiligheidsprotocol. De buschauffeur moet hiervan op de hoogte zijn en moet bij een incident het protocol in werking stellen. Daarnaast moet het vervoersbedrijf in geval van een incident een bedrijfsdeskundige ter plaatse sturen.

Rol brandweer en bergingsbedrijf

Voor de brandweer geldt dat zij de omgeving veilig stelt en diverse incidentbestrijdingstaken uitvoert. Hierbij is er oog voor het verschil tussen een elektrische en waterstof aangedreven bus. Bij de aanwezigheid van waterstoftanks kan door het afblazen van het waterstofgas een fakkelbrand ontstaan. Het bergingsbedrijf zorgt voor het veilig transporteren en stallen van de bus na het incident.

Groter onderzoeksprogramma

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en maakt deel uit van een groter onderzoeksprogramma Brandveiligheid en incidentmanagement zero-emissievoertuigen.