“Met dit voorstel wordt een stap gezet in de richting die het Verbond voor staat. Het Verbond zal de leden nog nader informeren over de vormgeving van het voorstel,” stelt Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond. De minister geeft aan dat actieve nominale provisietransparantie recht doet aan het consumentenbelang én de dialoog tussen de consument en de intermediair/adviseur stimuleert over de dienstverlening die voor het provisiebedrag geleverd kan worden. “Als een consument weet dat hij of zij de dienstverlener indirect betaalt voor diens diensten, is hij of zij wellicht ook eerder geneigd om een beroep te doen op deze dienstverlening. De consument kan dan de benodigde dienstverlening claimen wanneer dat nodig is,” aldus Hoekstra.
Geen provisieverbod bij schadeverzekeringen
Sinds 2013 geldt voor financieel complexe producten, zoals een hypotheek of een overlijdensrisicoverzekering, een provisieverbod. De klant betaalt de adviseur/bemiddelaar rechtstreeks voor zijn beloning. Dit verbod is in 2017 geëvalueerd en de evaluatie gaf geen aanleiding om het verbod uit te breiden richting schadeverzekeringen, maar de minister wilde wel onderzoeken of meer transparantie wenselijk is.
Bij verzekeringen die niet onder het provisieverbod vallen (bijna alle schadeverzekeringen) geldt een passieve vorm van provisietransparantie: de adviseur of de bemiddelaar hoeft de klant alleen maar te vertellen hoeveel provisie hij van de verzekeraar krijgt als de klant daar nadrukkelijk om vraagt.
Niet alleen voor particulier: ook voor zakelijke klanten
De minister heeft aangegeven het Wijzigingsbesluit Financiële Markten 2021 aan te willen vullen met een bepaling om de maatregel drie jaar na inwerkingtreding te evalueren. Dan wordt ook gekeken of er aanleiding is om de bepalingen aan te passen en/of uit te breiden naar de zakelijk markt. De minister heeft de AFM gevraagd om met de tussenpersonen/adviseurs in gesprek te gaan over een wijze van invoering die zo praktisch mogelijk uitvoerbaar is. Ook dient de directe aanbieder volgens de minister transparant te zijn over de kenmerken van zijn dienstverlening (“self service” model). Er mag geen sprake zijn van een verstoring van het gelijke speelveld tussen distributiekanalen.