Skip to Content

Het merendeel van de eigenaren in gebieden met een laag grondwaterpeil moet rekening houden met een onverzekerd schadebedrag van tussen de 500 en 10.000 euro. Dit blijkt uit een onderzoek door het onderzoeksinstituut Deltares, in opdracht van het Verbond van Verzekeraars. Het Verbond pleit voor vervolgonderzoek naar preventiemaatregelen tegen de schade, de kosten daarvan en het inventariseren van andere belangen. Op basis van de uitkomsten moeten politieke keuzes worden gemaakt op het gebied van waterpeil, landinrichting en beschikbare budgetten.

Grondwaterstand omhoog
Voor de ondiepe funderingen die rusten op grondlagen bedraagt de totale schade tot 2050 in Nederland maximaal 39 miljard euro. Door toename van droogte bij klimaatverandering kan dit bedrag toenemen met maximaal 15 miljard euro. Verzekeraars dekken schade aan funderingen van een huis als gevolg van droogte niet, omdat het niet gaat om een ‘onzeker voorval’. De schade die is ontstaan door jarenlange lage grondwaterstand is immers geen onvoorziene gebeurtenis. Daarom roept het Verbond van Verzekeraars de waterschappen en lokale overheden op om de grondwaterstand permanent te verhogen, waarmee verdere schade kan worden beperkt. Het Verbond beseft dat dit niet overal mogelijk is, omdat er lokaal wateroverlast kan ontstaan. In dat soort situaties zal de bebouwde omgeving op de schop moeten.

Grondig onderzoek nodig
Door schaalvergroting zijn agrarische bedrijven en hun toeleveranciers in de loop der jaren steeds grotere en zwaardere landbouwmachines gaan gebruiken. De grondwaterstand wordt met opzet laag gehouden om te voorzien in droge en stevige grond die deze zware machines kan dragen. Daarnaast kan in stedelijke gebieden de bodem dalen vanwege het gewicht van de bebouwing. Ter voorkoming van lokale wateroverlast wordt het waterpeil laag gehouden. In veelal verouderde woonwijken gaat de reparatie van funderingen en woningschade tot enorme kosten leiden, bovenop de investeringen voor verduurzaming. Daarom moet er een heldere afweging komen tussen de kosten voor reparatie, het voorkomen van extra schade aan de 1 miljoen woningen en een andere inrichting van de omgeving. Ook de samenhang met natuurbeleid, agrarische belangen, kansen in energietransitie en stedelijke vernieuwing zou aan bod moeten komen in de afweging. Het Verbond gaat daarom in gesprek met organisaties van belanghebbenden voor het opzetten van een grondig onderzoek dat de basis moet vormen voor een zuivere afweging van de verschillende belangen.

Paalrot en ondiepe funderingen
In Nederland werden tot circa 1970 eeuwenlang houten paalfunderingen gebruikt. De dragende functie hiervan bleef prima omdat de houten paal onder het grondwater in goede staat bleef. Nu het grondwaterpeil al jaren zakt komt er zuurstof bij het hout en ontstaat paalrot. Als een houten paal tien tot vijftien jaar droog staat heeft de houten paal niet voldoende draagkracht meer omdat de bovenkant te ver is aangetast. Bekende gebieden waar paalrot voorkomt zijn Zuid- en Noord-Holland. In gemeenten als Rotterdam en Amsterdam is de problematiek al decennia bekend en onderzocht. De schade door verzakkingen aan ondiepe funderingen door een te lage grondwaterstand is echter veel minder bekend. Dit soort funderingen rust met een brede gemetselde voet of betonplaat op een grondlaag onder het maaiveld. Als deze grondlaag uitdroogt door een te lage grondwaterstand verzakt de fundering en ontstaat schade aan woningen.