Hoe ben je bij De Goudse terechtgekomen?
“Ik woon sinds een paar jaar in Gouda. Toen ik nog in Tilburg studeerde (Economie en Bedrijfseconomie), liep ik elke dag op weg naar het station langs het kantoor van De Goudse. Dat maakte me wel eens nieuwsgierig. Mijn vriend doet ook een talentenprogramma in de verzekeringsbranche, dus zo hoorde ik er meer over en werd mijn enthousiasme groter. Tijdens mijn afstuderen ben ik eens gaan kijken op de website van De Goudse en zag een vacature voor de Talentpool. Ik heb gesolliciteerd en werd in de procedure steeds enthousiaster over die pool. In de verzekeringsbranche kan ik namelijk mijn interesse in cijfers en de maatschappij combineren.”
Wat houdt die Talentpool dan in?
“Jaarlijks heeft De Goudse plek voor een aantal starters, die in drie jaar tijd de kans krijgen om verschillende functies te vervullen. Zo ontdek je in de praktijk wat je leuk vindt en wat bij je past. Het programma is flexibel en dus kan het ontwikkelingsplan per persoon verschillen. Als ik eerder of juist later toe ben aan een nieuwe uitdaging, is dat geen probleem. Dat maakt het programma anders dan vooraf vastgestelde traineeships bij sommige andere bedrijven. Ook krijgen we verschillende trainingen en doen we met de talentpoolers aan intervisie. Dit is een methode waarbij we aan de hand van verschillende brainstormtechnieken elkaar proberen te helpen met obstakels op de werkvloer. De talentpoolers zorgen er dan ook voor dat de grenzen tussen afdelingen vervagen.”
Hoe bevalt de Talentpool je?
“De Talentpool bevalt me heel goed! Ik zit hier nu vijf maanden en heb al een aantal intervisies meegemaakt. Iedereen loopt op de werkvloer weleens tegen problemen aan en tijdens een intervisie gaan we daar samen mee aan de slag. Dat vind ik heel nuttig. Ik merk nu al dat ik een persoonlijke band met de andere talenten opbouw, ondanks dat we niet direct samenwerken. Daar helpen de borrels natuurlijk ook bij!”
Wat heeft je het meest verbaasd?
“Ik sta echt te kijken van de manier waarop De Goudse ondernemen en innoveren stimuleert. Tijdens innovatielunches worden er korte sprintsessies gehouden waarin veel positieve energie vrijkomt. Daarnaast kregen medewerkers nog niet zo lang geleden de kans om zich aan te melden als iCoach (innovatiecoach). De iCoaches krijgen een cursus waarin ze leren problemen efficiënt te analyseren en op waarde te beoordelen. Vervolgens kunnen zij door middel van een sprint doelgericht oplossingen bedenken en implementeren.”
“Ook merk ik dat er echt naar me wordt geluisterd. Zo woonde ik een presentatie over de mogelijkheden van Net Capital Generation binnen de Goudse van een collega bij. Ik vond het erg interessant, omdat dit een economisch tintje aan de cijfers geeft. Na afloop maakte ik mijn enthousiasme kenbaar. Een dag later stond hij aan mijn bureau met het goede nieuws dat ik met hem mee mag denken en een leergang Solvency II mag doen. Ik kan het erg waarderen dat ik hier zoveel leerkansen krijg.”
Je bent op dit moment analist op de afdeling Actuariaat & Risicobeheer. Is dat leuk?
“Op basis van mijn studie ben ik voor mijn eerste opdracht bij de afdeling Actuariaat & Risicobeheer terechtgekomen en houd me bezig met verzuimverzekeringen. Ik bereken bijvoorbeeld hoeveel De Goudse voor de komende twee boekjaren moet reserveren voor uitkeringen aan zieke medewerkers van onze zakelijke klanten. In de afgelopen twee maanden heb ik de modellen die we hiervoor gebruiken opnieuw ingericht. Ik vind het vooral leuk om niet alleen analytisch bezig te zijn, maar ook goed te snappen wát er gebeurt. Wat verwachten wij, maar ook waaróm verwachten we dat?"
Wat vind je minder leuk?
“Het klinkt misschien stom, maar ik vind het echt lastig om iets te bedenken wat ik op dit moment niet leuk vind. Ik voel me thuis in dit familiebedrijf. Er heerst een informele werksfeer en de lijnen zijn kort. Toen we pas tijdens een brandoefening allemaal buiten stonden, keek ik eens om me heen en realiseerde me dat ik al best veel mensen ken. Dat familiegevoel, dat je iedereen kent, vind ik belangrijk. Wat ik wel lastig vind, is dat ik gemakkelijk feedback geef, maar niet iedereen hier hetzelfde in staat. Dit is wennen en zo kunnen we allemaal van elkaar leren.”
Waar ben je het meest trots op?
“Mijn doorzettingsvermogen. Toen ik halverwege mijn studie aan mijn ouders vertelde dat ik naast mijn verplichte vakken ook econometrievakken wilde volgen, keken ze me enigszins verbaasd aan. ‘Weet je het zeker en is dat wel verstandig?' Ik wist het zeker, maar natuurlijk waren er momenten dat ik dacht; waarom doe ik dit eigenlijk? Ik heb zelfs overwogen het roer om te gooien en in de zorg te gaan, maar de wiskundige en analytische uitdaging bleef kriebelen en ik heb doorgezet. Als anderen me nu vragen: Anne, hoe is econometrie in het echt, kan ik vol overtuiging antwoorden: Het is even doorbijten, maar het is het echt waard!”