Skip to Content

De herbouwwaarde is het bedrag dat een verzekerde nodig heeft om een woning, als deze totaal verloren zou gaan, weer op te bouwen in dezelfde staat en volgens de huidige bouwvereisten. De Herbouwwaardemeter wordt jaarlijks aangepast op basis van cijfers van een groot technisch adviesbureau. Het bureau berekent deze cijfers aan de hand van constructieprijzen, (innovatief) materiaalgebruik, en de aangepaste en uitgebreide bouwregelgeving. De berekening houdt geen rekening met actuele dagprijzen. Dagprijzen worden immers beïnvloed door golfbewegingen in de economie. Daarom gaat het Verbond voor de Herbouwwaardemeter uit van de structurele kostenontwikkeling.

Gasloos bouwen en gestegen bouwkosten

Wel houdt de meter rekening met de nieuwe vereisten aan hernieuwbare energie (‘gasloos bouwen’). Hoewel de mogelijkheden per gemeente, straat en pand kunnen verschillen, is vanwege de werkbaarheid besloten hier een vast percentage van 8 procent voor mee te nemen. Deze is reeds verwerkt in de basisprijzen. Ook de prijsstijgingen door de huidige overspannen markt van vraag en aanbod, de sterk gestegen transport- en houtprijzen (dagkoersen) en de verwachting dat deze situatie langere tijd zal aanhouden, brengen een grote onzekerheid met zich mee voor de hoogte van de bouwkosten. Voor deze onzekerheid is dit jaar een vast percentage van 5 procent in de basisprijzen opgenomen.

Advies: geef klanten garantie tegen onderverzekering

De Herbouwwaardemeter levert een globale uitkomst op. Bovendien kunnen de actuele prijzen schommelen en kosten kunnen afhankelijk zijn van de specifieke situatie. Daarom raadt het Verbond verzekeraars aan om bij gebruik van de Herbouwwaardemeter de klant garanties te geven tegen onderverzekering

Inboedelwaarde-index bekend

Het nieuwe indexcijfer voor het bepalen van de inboedelwaarde is dit jaar vastgesteld op 155,7 (2020: 138,5). Het bijbehorende bedrag per punt voor de inboedelwaardemeter is 1105,82 euro. De belangrijkste verklaring voor het verschil tussen beide jaren zijn de wereldwijde gevolgen van COVID. Omdat het CPB uitging van een dalende consumptie (-5,8 procent), ontslagen en faillissementen en dat consumenten zouden gaan sparen, daalde de index voor 2021 naar 138,5. De verwachte daling bleek een stijging van 3,4 procent van consumptiegoederen in een inboedel. Omdat het CPB voor volgend jaar opnieuw een groei van de consumptie en een bijkomende prijsstijging verwacht, wordt het indexcijfer voor 2022 vastgesteld op 155,7.

De meter is een hulpmiddel voor verzekeraars die het Verbond geheel vrijblijvend ter beschikking stelt aan verzekeraars. Het staat verzekeraars vrij om andere indexcijfers of methoden te hanteren.

Lees meer over de Herbouwwaardemeter