Een van de deelnemers is Astrid. Ze is begin vijftig, getrouwd, moeder van twee kinderen en heeft al de nodige ervaring met het helpen van mensen die geldzorgen hebben. Ze is erg enthousiast, maar noemt het programma ook ‘pittig’. “Thuis heb ik de zeven hoofdstukken doorgenomen, die variëren van Hoe help je een schuldenaar? tot Hoe werkt dat met bewindsvoering? Ik denk dat ik gemiddeld een uur per hoofdstuk kwijt was, vaak in het weekend, maar het is wel fijn om straks met meer kennis en bagage mensen te kunnen helpen.”
Corona
Het is een gemêleerd gezelschap dat het slotwebinar volgt, maar ze hebben één ding gemeen. Ze zijn allemaal ontzettend bevlogen om mensen te helpen. Helemaal nu, in coronatijd. Jochemsen trapt de bijeenkomst af met twee vragen: hoeveel procent van de huishoudens in Nederland geeft aan dat het inkomen sinds corona is gedaald? Twintig of dertig procent? En hoeveel procent van de mensen weet niet waar hij of zij terecht kan voor hulp? Vijftig of zeventig procent?
Hoger percentage
Astrid toetst in de chat de antwoorden in. De eerste (twintig procent) heeft ze goed. Bij de tweede gokte ze op vijftig procent, maar het blijkt zeventig procent te zijn. “Ik vind dat echt heel veel”, merkt ze op.
Een van de andere deelnemers zegt: “Ik had op zijn minst gehoopt dat mensen het woord schuldhulpverlening op hun telefoon zouden intoetsen en dan verder worden geholpen.”
Het percentage is nu hoger dan anders, erkent Jochemsen, maar een goede informatievoorziening blijft sowieso lastig. “Veel mensen zijn laaggeletterd en worden niet bereikt. We hebben bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer en het stemmen per post weer gezien hoe belangrijk een heldere uitleg is.”
"Veel mensen zijn laaggeletterd en worden niet bereikt. Helder uitleggen blijft belangrijk!"
Eigen kring
Tijd voor de volgende vraag. Kennen jullie iemand in je eigen kring (familie, vrienden, kennissen) die is geraakt door corona? Astrid klikt op het handje en krijgt meteen de beurt. “Mijn zusje heeft een winkel en geen partner. Ze moest van de ene op de andere dag dicht en haar volledige inkomen viel weg. Mijn ouders hebben kunnen bijspringen, maar als je dat nou niet hebt? Gelukkig komt ze ook in aanmerking voor een regeling, maar ze vindt het vreselijk om om hulp te vragen. Het voelt als mijn hand ophouden bij de gemeente, vertelde ze me pas.”
Jongeren
Jochemsen benadrukt dat er naast ondernemers veel jongeren zijn die het lastig hebben. “Zij hebben vaak te maken met flexwerk en korte contracten die nu niet worden verlengd. Zowel bij ondernemers als bij jongeren raken de reserves zo zoetjes aan op en wij verwachten dat de problematiek alleen maar groter wordt.”
Het leidt tot een vraag van een van de deelnemers: “We komen dus als geroepen? Ik heb zelf nog geen gesprekken gevoerd. Welke weg kan ik bewandelen?”
“Laat familie, vrienden en kennissen weten dat je deze cursus hebt gevolgd, zodat mensen weten dat je kan helpen. Vaak volgt de vraag dan vanzelf”, raadt Jochemsen hem aan.
Psychologische kant
Weer een handje van een deelnemer. “Ik snap dat er genoeg concrete zaken zijn die ik kan doen voor een ander: administratie helpen bijwerken, stukken netjes opbergen, overzicht creëren, maar die psychologische kant is ook belangrijk toch? Hoe kan ik iemand motiveren om zijn gedrag te veranderen en afspraken na te komen? Wij zijn psychologen van de koude grond. Wat doe ik als het lastig wordt?”
Dé tip van Jochemsen is om niet te snel te willen repareren. “Laat die reparatiekoffer in het begin nog even thuis. Luister eerst eens wat er speelt. Hoe gaat het? Privé? Met werk? Heb je al kunnen kijken naar een andere baan? Wek iemands vertrouwen en realiseer je vooral dat het heel lastig is om met geldproblemen over de brug te komen.”
"Een goede hulpverlener begint met luisteren"
Hoe gaat het?
Astrid vraagt wat het goede moment is om te vertellen dat je een cursus hebt gedaan en iemand graag wil en ook kan helpen. Jochemsen raadt aan daar niet té lang mee te wachten. “Vaak speelt er heel veel tegelijk in iemands leven. Ga alleen nooit op een verjaardagsfeestje of in gezelschap proberen de financiën op een rijtje te zetten. En vermijd de waarom-vraag. Daar zit vaak een oordeel in verborgen. De ander krijgt dan het gevoel dat hij zich moet verantwoorden en daarmee gooi je de deur op slot. Hoor eerst iemands verhaal aan (een ‘simpele’ vraag als Hoe gaat het met je? kun je altijd stellen), vat het verhaal vervolgens samen om te checken of je de ander echt ‘hoort’, en vraag dan door. Heb je er wel eens aan gedacht om te kijken of je in aanmerking komt voor een regeling? Ik wil best eens met je meekijken.”
Vooral dat luisteren noemt ze “ontzettend belangrijk”. Het staat niet voor niks vooraan in de zogenoemde LSD-methodiek (luisteren, samenvatten en doorvragen). Een goede hulpverlener begint met luisteren.”
Een luisterend oor
Haar boodschap blijft hangen. Als Jochemsen aan het slot vraagt wat de deelnemers vanaf nu anders gaan doen, komt het luisterend oor veelvuldig terug in de chat. Een kleine bloemlezing?
- Ik ga minder in de actieve modus schieten en eerst luisteren
- Ik ga voortaan meer een open gesprek voeren
- Ik wil meer begrip tonen
- Ik ga meer vragen stellen zonder te oordelen
- Ik ga nog beter luisteren
En Astrid typt, met een smiley erbij: “Ik ben getriggerd door die reparatiekoffer. Voortaan zal ik proberen om niet alles in één keer te willen oplossen. Dat wordt eerlijk gezegd best een uitdaging, maar ik heb er zin in!”
Praktijk, geldstress en grenzen
De online training Helpen met geldzaken is aangeboden door het Nibud en betaald door het Verbond (voor leden). De deelnemers hebben zelf thuis de stof doorgenomen en worden tijdens het slotwebinar door drie belangrijke onderwerpen heen geloodst: praktijksituaties, mensen met geldstress en grenzen.
Aan de hand van een paar praktijksituaties wordt gevraagd welke knelpunten ze zien, hoe ze het beste in gesprek kunnen komen en hoe ze kunnen helpen? In het tweede blokje wordt de deelnemers geleerd wat financiële stress met iemand doet. De lijst lijkt oneindig. Het zelfvertrouwen daalt, er ontstaat tunnelvisie, mensen krijgen fysieke klachten en het IQ daalt tijdelijk met gemiddeld dertien tot veertien punten.
In het derde en laatste blokje wordt geleerd hoe je het beste je grenzen kunt aangeven, en bewaken. “Dat is voor iedereen anders”, aldus docente Ineke Jochemsen, “maar er is wel een algemene regel. Stel je niet op als een financieel adviseur, ook niet als je dat in het dagelijks leven wel bent. Ga naast mensen staan, als vrijwilliger. En help ze. Niet door het over te nemen, maar door ze te leren hoe ze het zelf kunnen.”