Op grond van de Richtlijn hebben bedrijven de verantwoordelijkheid om milieuschade te voorkomen en om schade die zij veroorzaken, te herstellen. Denk hierbij aan de productie van afvalwater of het onttrekken van bodem- en oppervlaktewater, maar ook ongelukken, incidenten of tekort schietende maatregelen en beheer of schade door illegale activiteiten zoals stort, illegale kap of illegale winning van bodemstoffen.
Dit recht op herstel is opgenomen in de Europese Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn die in nationale wetgeving is omgezet. Al in juli 2020 stuurde het dagelijks EU-bestuur een aanmaning naar Den Haag om ervoor te zorgen dat heel duidelijk is dat iedereen (natuurlijke en rechtspersonen) bij een bevoegde instantie, zoals een verantwoordelijk ministerie, een verzoek kan indienen om preventieve of herstelmaatregelen te eisen van de veroorzaker van de milieuschade. En dat de veroorzaker de herstelmaatregelen betaald. Den Haag heeft gereageerd op de aanmaning, maar daar neemt de Commissie geen genoegen mee. De Commissie geeft Nederland twee maanden de tijd om de wetgeving aan te passen.