Phi is een inwoner van Roermond, staat ingeschreven in het bevolkingsregister en heeft een robotburgernummer. Versteegt, die Directeur Business Development voor Centraal Beheer APF is, heeft samen met Twan van Erp (Hoofd Strategisch Portefeuilleadvies Achmea) begin dit jaar voor het eerst kennisgemaakt met Phi. “Wij zijn geïnspireerd geraakt door onze zorgverzekeraar die al langer ervaring heeft met robots en wij willen de discussie wel eens voeren of een robot welkom is aan de bestuurstafel.”
Diepste geheimen
In samenwerking met Stichting Philadelphia heeft de verzekeraar de voordelen van een robot in de praktijk van de geestelijke gezondheidszorg al kunnen ervaren. Mike van Rijswijk van The Innovation Playground werkt al jaren samen met Philadelphia om uit te zoeken hoe robots het beste kunnen worden ingezet in de zorg. Hij liet tijdens de kennissessie in ’t Spant in Bussum een veelbetekenend filmpje zien. Lydia is 44 jaar. Ze heeft het syndroom van Down, heeft weinig of geen tijdsbesef en vindt het niet fijn als de begeleiders zich teveel met haar bemoeien. Toch wordt ze zo’n dertig keer per dag ‘gestoord’ door een van haar begeleiders. Lydia krijgt twee weken lang Phi te logeren, die haar met van alles en nog wat helpt. Zo helpt Phi haar herinneren wanneer ze haar tanden moet poetsen of haar medicijnen moet innemen, maar Phi doet veel meer. Voor Lydia blijkt ze meer te zijn dan een robot. Phi is een vriend aan wie ze haar diepste geheimen toevertrouwt.
Privacy
Eind goed al goed? Nee, want er zijn ook de nodige dilemma’s. Wat bijvoorbeeld als je dat wat Lydia vertelt, wil opnemen om haar te beschermen of te helpen? Wat gebeurt er dan met die data? Hoe lang bewaar je die? En voegt het wel altijd wat toe?
Van Erp maakt meteen na het filmpje het bruggetje naar de pensioensector. “Eerlijk is eerlijk, wij hebben ook nog niet alle antwoorden, maar die robots komen eraan. Normaal gesproken praten wij over een nieuw pensioenstelsel. Hoe zou het zijn als er een robot aan de onderhandelingstafel komt?” Een van de aanwezige vrouwen reageert als eerste: “Waarom niet. We zijn ook ooit begonnen met notulen, maar we moeten wel de juiste balans zien te vinden in die openheid. Heeft iemand wel eens De Cirkel gelezen? Daar zie je ook het dilemma van de transparantie.”
Magister
Van Erp maakt de vergelijking met Magister op de middelbare school. “Ik had dat ronduit vreselijk gevonden, maar mijn jongens vinden het normaal.” “Het is inderdaad een generatieding”, valt Van Rijswijk hem bij. “Jullie zien een ding, mijn kinderen vinden het normaal. Zij groeien op met robots. Kijk eens naar onze generatie. Wij vertrouwden toch ook op de rekenmachine? En we weten toch ook de weg niet meer te vinden zonder de navigatie?” Hij laat een minirobot de zaal rondgaan. “Dit is een miniversie van Phi, ze kan evenveel en voor we het weten, ligt ze onder de kerstboom.”
Algoritmes
De boodschap is duidelijk: de robots komen eraan. Maar wat vinden de aanwezige pensioendeskundigen daar nu echt van? “Het lijkt mij wel handig”, reageert een meneer. “Ik heb al moeite om de cijfers van het laatste jaar te onthouden, Phi heeft die van de laatste vijftien jaar in haar hoofd zitten.”
“Een robot voor alle kennisdata lijkt me mooi, maar hoe zit het in de relationele sfeer?”, vraagt zijn buurvrouw. “Precies, maar vergeet ook niet dat er op basis van algoritmes heel foute dingen gebeuren. Zo is er een casus bekend uit Amerika waarmee mensen onterecht buiten de boot vielen met een hypotheekaanvraag. Ik denk dat een bestuur nog steeds nodig is voor de menselijke maat.”
Versteegt reageert: “Zo’n zelfde onderzoek naar algoritmes is in Nederland ook gedaan. En waar Amerika heel rechtlijnig is, zijn de uitkomsten bij ons minder voorspelbaar. Wij kijken meer naar de specifieke omstandigheden.”
Privacy
“Bovendien”, voegt Van Rijswijk toe, “kunnen wij de ontwikkelingen niet tegenhouden. Het gaat echt hard. Wij zijn bezig om steeds meer robots in de zorg in te gaan zetten, terwijl we zo’n vier, vijf jaar geleden nog sleutelden aan de hard- en de software. Nu hebben we het over privacy en dilemma’s die moeten worden vastgelegd in de wet.”
Een van de oude(re) deelnemers neemt het laatste woord als hij zich hardop afvraagt ‘wie er nu echt aan de touwtjes trekt?’ “Dat zijn mijn kleinkinderen. Zij kijken hier heel anders naar. Ik heb altijd zestig tot tachtig in de uur gewerkt. Zij werken straks twee uur per dag en laten de robots de rest doen. Ik zit er heel positief in en zie niet zoveel beren op de weg. Als we het maar een beetje in de gaten houden.”