Skip to Content

Verbondspartner KNMI heeft dit najaar de nieuwe klimaatscenario's bekendgemaakt. In vier scenario's, die een doorvertaling zijn van de wereldwijde IPCC-projecties naar ons land, schetst het instituut hoe het toekomstige klimaat in ons land eruit kan zien. Klimaatexpert Peter Siegmund houdt geregeld presentaties om die scenario's te duiden. “Frappant", noemt hij het tijdens de 10e Klimaatwerkconferentie die bij het Verbond plaatsvond, dat de extremen sneller veranderen dan de gemiddelden. “De hoogste temperatuur in de zomer gaat bij ons bijvoorbeeld sneller omhoog dan het jaargemiddelde. Zoals ook de koudste dagen sneller warmer worden dan het gemiddelde.”

Gratis les natuurkunde 

Tijdens de Klimaatwerkconferentie geeft Siegmund eerst een gratis lesje natuurkunde. Hij benadrukt dat de temperatuur, de hoeveel vocht in de lucht, verdamping en neerslag met elkaar samenhangen.
“Als het warmer wordt, is er meer vocht in de lucht. Warmere lucht kan immers meer waterdamp bevatten. Die toename in waterdamp bedraagt zeven procent per graad Celsius. Dat is een hard getal", aldus Siegmund.

Een bal onder water houden

Als vervolgens die stijgende en afkoelende lucht condenseert, neemt ook de hoeveelheid neerslag toe met zeven procent per graad. De intensiteit van buien neemt nog meer toe dan die zeven procent per graad, omdat de buien sneller uitregenen. “De stijgende lucht wordt door de extra condensatiewarmte namelijk nog warmer, het verschil in temperatuur met die van de omgeving wordt groter en de opwaartse kracht neemt toe. Gevolg is dat de lucht sneller stijgt en de regen met bakken uit de hemel komt. Ik vergelijk dat proces wel eens met een bal die je onder water probeert te houden. Op een gegeven moment is er door de druk geen houden meer en floept die bal omhoog.”

Extreme regen

Volgens Siegmund kan de neerslagintensiteit voor de meest extreme buien zelfs met zo'n twaalf procent per graad toenemen: zeven procent door meer waterdamp en vijf procent door een grotere stijgsnelheid.
Zo blijkt uit KNMI-cijfers dat het aantal dagen met meer dan vijftig mm regen op minstens één van de ruim 300 KNMI-neerslagstations toeneemt. “Dat waren er jaarlijks altijd ongeveer zes, maar dat aantal neemt toe tot zo'n tien per jaar. Er valt steeds meer regen op steeds minder oppervlakte.”
Tegelijkertijd moet alle regen die valt ergens anders verdampen. Siegmund: “Die twee houden elkaar immers in evenwicht. De verdamping neemt toe met slechts twee procent per graad. Dus de totale neerslag ook. Daarom kan het nooit altijd en overal zeven procent harder regenen. Als het regent, regent het harder. Maar het is ook vaker en op meer plaatsen droog.”

"Als het regent, regent het harder. Maar het is ook vaker en op meer plaatsen droog"

Verdrogend of vernattend klimaat?

In ieder van de vier scenario's krijgen we meer te maken met extreem weer. Naast hevige neerslag en hagel betekent dat ook extreme droogte en meer hitte. Het KNMI noemt dat een vernattend en een verdrogend klimaat in de toekomst. Die scenario's zijn ontleend aan wereldwijde weersmodellen en hebben betrekking op natuurkundige wetten. “Het is en blijft echter lastig om ons eigen gedrag te voorspellen, terwijl de temperatuur in de toekomst juist heel erg afhangt van dat gedrag. Daarom gaan wij in zowel het verdrogende als het vernattende scenario uit van een hoge en een lage CO2-uitstoot.”

Contrast neemt toe

Siegmund laat vervolgens tabellen zien met de verwachte neerslag in zomer en winter voor de toekomst in Nederland, rond 2050 en 2100. Opvallend is dat de hoeveelheid neerslag wereldwijd toeneemt, maar het wel erg afhankelijk is van waar je bent. Siegmund: “In de tropen wordt het groener en natter, terwijl het in de subtropen juist droger wordt.”
Simpel vertaald neemt het contrast toe. Of, zoals Siegmund het zegt: “Waar het nat is, wordt het natter en waar het droog is, wordt het droger. Dat geldt wereldwijd, maar dus ook voor ons land. Onze winters worden natter en onze zomers worden droger.”

"We hebben de hitte, en daarmee ook de droogte, voor een groot deel zelf in de hand"

Veertig graden geen uitzondering meer?

Volgens de scenario's neemt de temperatuur in de zomer sowieso iets toe, maar hoeveel is weer sterk afhankelijk van ons gedrag. Siegmund: “We hebben een paar keer veertig graden in ons land genoteerd. Dat is zeldzaam en blijft het ook in het lage-uitstoot-scenario, maar bij het scenario van een hoge uitstoot komt dat aan het einde van de eeuw bijna elk jaar wel voor. Als we uitgaan van een opwarming van de aarde met 1,5 graad, dan komt extreme hitte zelfs zo'n vier keer vaker voor. Als we daarentegen rekenen met +vier graden, dan wordt het negen keer vaker. We hebben die hitte, en daarmee ook de droogte, dus voor een groot deel zelf in de hand.”

Podcastserie
Wil je meer weten over de scenario's, dan kun je op de website van het KNMI terecht. Maar je kunt ook luisteren naar een nieuwe podcastserie over de seizoenen van de toekomst. Hoe ziet ons weer er dan uit? Wordt in Nederland ooit de 50 graden aangetikt? En hoe groot is de kans dat er nog een Elfstedentocht kan worden gereden?
Klimaatwetenschappers, meteorologen en onderzoekers komen aan het woord in de podcast en vertellen over droogte, hitte, zeespiegelstijging en dalende vorstdagen.
De eerste vier afleveringen staan al online: De lente (Een nieuw seizoen), De zomer (Een graadje erger), De herfst (Van de regen in de drup), De winter (Op glad ijs).