Dat zei Bart Verheggen (1972) vorige maand tijdens een webinar van het Verbond over Net Zero. Verheggen is klimaatwetenschapper bij het KNMI. Daarnaast werkt hij als docent aan Amsterdam University College en leert zijn studenten van alles over aardsysteemkunde en klimaatverandering.
Nut en noodzaak
Verheggen noemt zichzelf een breed georiënteerde klimaatwetenschapper. Hij neemt niet alleen al jaren actief deel aan het maatschappelijk debat over klimaatverandering, maar schreef er in 2020 ook een boek over (Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering), waarin hij in klare taal de wetenschappelijke inzichten uitlegt. Tijdens het webinar ging Verheggen vooral in op nut en noodzaak van de CO2-reductie. Hij had zijn presentatie de veelzeggende titel Klimaatverandering, wat boeit dat? meegegeven.
"We weten al sinds de 19e eeuw dat CO2 een opwarmend effect heeft"
Feitelijke aspecten
In het publieke debat lopen de meningen over klimaatverandering flink uiteen. Ook over feitelijke aspecten die wetenschappelijk gezien heel helder zijn, meent Verheggen. “Want we weten al sinds de negentiende eeuw dat CO2 een opwarmend effect heeft.”
Voor een zinnige maatschappelijke discussie noemt hij het dan ook belangrijk om de wetenschappelijke inzichten goed in beeld te hebben. “Klimaatverandering is al veel langer aan de gang en wat de toekomst ons zal brengen, hangt vooral af van de hoeveelheid CO2 die wij wereldwijd uitstoten.”
Vernattend of verdrogend?
Verheggen ging kort in op de meest recente KNMI-scenario's waaruit blijkt dat het zuiden van Europa droger wordt en het noorden natter. Ons land zit in een overgangsgebied en dat maakt het enigszins onzeker wat ons boven het hoofd hangt. Het KNMI houdt in ieder geval rekening met twee varianten: een vernattend en een verdrogend scenario. In de eerste variant worden de winters flink natter en de zomers iets droger. En bij de tweede is dat precies andersom: de winters iets natter en de zomers veel droger.
“Hoeveel? Dat hangt van onszelf af", merkte Verheggen op. “Zeker is wel dat bij een hoge uitstoot de droge jaren nog droger zullen worden en het droogteprobleem dus verder toeneemt.”
“Als je mij had gevraagd of ik ooit in mijn leven veertig graden in Nederland zou meemaken, had ik nee gezegd”
Hitte
Hetzelfde geldt, min of meer, voor de hitte. Ook die zal toenemen, zeker bij een hoge uitstoot. “In 2019 werd het voor de eerste keer veertig graden in ons land. Als je mij een paar jaar daarvoor had gevraagd of ik ooit in mijn leven veertig graden in Nederland zou meemaken, had ik nee gezegd. Bij een hoge uitstoot wordt dat in de toekomst bijna normaal. Eind van deze eeuw komt het dan bijna elk jaar wel eens voor.”
Bovendien wordt het in steden altijd nog een stukje warmer, benadrukt hij. “En, we hebben het nagerekend. In Nederlandse steden kan dan de vijftig graden worden aangetikt. Iets te veel van het goede, lijkt mij.”
Zeespiegelstijging
Verheggen ging ook kort in op de stijging van de zeespiegel, die volgens hem overal plaatsvindt. “Dus ook aan de Nederlandse kust.” Eind deze eeuw kan die stijging een halve of een hele meter bedragen, maar dan moeten de ijskappen zich wel een beetje koest houden. “Op Antarctica en Groenland ligt kilometers dik ijs en er zijn serieuze aanwijzingen dat dat ijs steeds instabieler wordt, en ook veel sneller de zee inglijdt.”
Als dat proces van instabiliteit doorzet, gaat die zeespiegel nog veel forser toenemen, voorspelt de wetenschapper. “Tot 2300 kan dat meerdere meters zijn en dat levert grote risico's op voor laaggelegen gebieden, waaronder Nederland.”
Transitie
Er is dus geen ontkomen aan. Die transitie komt er, ondanks de weerstand die er natuurlijk ook is. “Verandering roept altijd weerstand op", besluit Verheggen. “Niks nieuws onder de zon. Toen de gasbel in Slochteren werd ontdekt, kwam er ook oppositie, onder meer vanuit de kolenlobby.”
Aan de andere kant mogen we niet vergeten dat veranderingen ook vrij snel kunnen gaan. Hij laat een foto zien van een rookcoupé in de trein en zegt: “Toen ik jong was, mocht je nog roken in de trein. Dat is snel veranderd.”
“De transitie is niet gratis, maar niks doen is uiteindelijk veel duurder”
Rol financiële sector
En terecht, meent hij. Het IPCC (het VN Klimaatpanel) is er vrij helder in. “Die transitie is niet gratis. Sterker nog, het vergt forse investeringen. Het IPCC ziet een belangrijke rol voor de financiële sector. In het aanjagen van die transitie, maar ook in het ombuigen van de investeringen in de oude fossiele industrie. De financiële sector, waaronder verzekeraars, moeten aan de bak. Want niks doen is uiteindelijk vele malen duurder. Laten we dat niet vergeten.”