1. Het KNMI presenteerde onlangs vier klimaatscenario’s. Wat betekent dit voor verzekeraars?
“De scenario’s geven aan verzekeraars een indicatie wat ze voor de toekomst kunnen verwachten aan extreem weer. Het Verbond gaat de scenario’s ook doorrekenen naar de verwachte schade en we denken begin 2024 met de resultaten te komen. Terugkijken in het verleden kunnen verzekeraars nu al met de Klimaatschademonitor en met deze scenario’s kunnen ze nu ook vooruitkijken. Het KNMI geeft ons een goed beeld van wat we kunnen verwachten aan extreme weersgebeurtenissen. Denk hierbij aan het toenemen van extreme zomerbuien, hogere temperaturen, meer droogte en vermoedelijk grotere hagelstenen, sterkere windstoten en meer valwinden bij buien. Een valwind ontstaat als een enorme hoeveelheid koude lucht uit een intensieve buienwolk omlaag stort. De lucht raakt daarbij in een versnelling waardoor de wind toeneemt. Zo’n valwind is vooral gevaarlijk door de plotselinge windtoename. De krachten die vrijkomen zijn groot en kunnen in een gebied van vele honderden meters breed en kilometers lengte schade aanrichten. Dit was bijvoorbeeld in juni 2021 het geval in het Utrechtse Leersum, waar enorm veel bomen verdwenen door een valwind.”
2. Wat kunnen verzekeraars met de scenario’s?
“Verzekeraars kunnen zich nu voorbereiden op wat komen gaat en erover nadenken hoe zij daar richting hun klanten rekening mee willen houden. De scenario’s laten duidelijk een toename van extreem weer zien. Een toename van extreem weer brengt een toename van schade met zich mee. Klimaatadaptatie, het aanpassen aan klimaatverandering, is hierbij van belang om schade te reduceren. Daarbij gaat het niet alleen om bewustwording vergroten, maar ook om het bieden van handelingsperspectief. Wat kunnen klanten doen om schade door extreem weer te verminderen? Op korte termijn kan dat via Early Warning, maar ook structureel kun je veel doen. Een voorbeeld is het leggen van een keramische in plaats van een houten vloer bij herstel na schade door overstroming, zodat bij een volgende overstroming niet dezelfde schade optreedt. Ook het hoger plaatsen van stopcontacten en het verhogen van drempels zijn maatregelen om toekomstige schade van extreme neerslag te verkleinen. Hoe precies klimaatadaptatie mee te nemen, is natuurlijk aan de individuele verzekeraar.”
3. Hoge of juist een lagere CO2-uitstoot speelt een grote rol in de scenario’s. Hoe kunnen verzekeraars ervoor zorgen dat de CO2-uitstoot omlaag gaat?
“Verzekeraars kunnen in het algemeen hun klanten aansporen om zaken zo te regelen dat de CO2-uitstoot omlaag gaat. Dan spreek je over klimaatmitigatie, het voorkomen van klimaatverandering. Aan de schadekant kun je bijvoorbeeld heel goed met bedrijven in gesprek over hoe je bedrijventerreinen CO2-neutraal kunt maken. In het algemeen zijn duurzame keuzes promoten essentieel, bijvoorbeeld herstellen in plaats van vervangen. Ook in het eigen bedrijf is het belangrijk om duurzame keuzes te maken. Denk hierbij aan het samenwerken met duurzame partners en het goede voorbeeld te geven door eigen kantoren te verduurzamen.”
4. Hoe gaat het Verbond om met de scenario’s?
“We willen graag kennis delen binnen onze sector. Daarom hebben we het KNMI (tevens partner van het Verbond) ook uitgenodigd om een sessie te geven op de tiende Klimaatwerkconferentie die op 16 november aanstaande plaatsvindt. Deskundigen van het KNMI komen dan de scenario’s verder toelichten. We willen het KNMI op deze manier verbinden met onze verzekeraars.
Een andere interessante sessie tijdens het klimaatevent die ik graag wil noemen is die over de Climate Finance Academy (CFA), die tijdens de bijeenkomst gelanceerd wordt. De CFA faciliteert namelijk onderzoekers die parttime medewerker bij een financiële organisatie zijn en parttime promovendus aan de VU. De medewerkers hiervan doen onderzoek naar klimaatverandering en de financiële sector. Zij onderzoeken vragen als; Wat betekent klimaatverandering voor de branche? Wat voor rol spelen preventieve maatregelen? Hoe kun je klanten bewegen om deze maatregelen te nemen? Wat betekent het voor vastgoed? Dit is zeker relevant, met alle klimaat- en duurzaamheidsvraagstukken die op ons als sector afkomen.”
5. Tot slot. Wat vind je zelf van de scenario’s?
“In 2014 publiceerde het KNMI ook scenario’s en wat opvalt, is dat nu de impact van de uitstoot van CO2 is meegenomen. In de scenario’s van 2023 is het daarom nog duidelijker geworden wat er gebeurt als we niets doen en wat als we wel wat doen om de uitstoot te verminderen. Wat mij verder opvalt, is dat het weer extremer is geworden. De hitte en bijbehorende droogte vallen hoger uit, net als de stijging van de zeespiegel en de zware buien. Ik verwachtte namelijk dat dit nog meer in lijn zou zijn met de scenario’s uit 2014, maar het is echt anders en extremer.
10e Klimaatwerkconferentie op 16 november
In de zomer van 2019 heeft het Verbond van Verzekeraars zich samen met DUFAS, de Nederlandse Vereniging van Banken, de Pensioenfederatie en meer dan vijftig financiële instellingen gecommitteerd om actief een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen van het kabinet. Als onderdeel van het commitment organiseren het Verbond, DUFAS, de NVB en de Pensioenfederatie samen Klimaatwerkconferenties. Ook het platform voor duurzame financiering van DNB heeft zich aangesloten bij de klimaatwerkconferenties.
De 10e werkconferentie in deze reeks vindt plaats op donderdagmiddag 16 november en wordt deze keer georganiseerd door het Verbond. Het event staat open voor zowel leden van het Verbond als overige geïnteresseerden. Deelname is vooral interessant voor iedereen in de financiële sector die betrokken is bij klimaat en duurzaamheid en met name verantwoordelijken voor beleggingen en verslaglegging.
Aanmelden kan via deze link.