Sjoerd Bruinsma is Operationeel Directeur bij Polygon en nauw betrokken bij dat schadeherstel. Hij geeft antwoord op 5 vragen, maar eerst even terug naar het begin. In de nacht van 18 op 19 december heeft er een brand gewoed op de vierde etage van het Verbondsgebouw. Gelukkig deden de sprinklers hun werk, maar daardoor is er wel veel waterschade in het pand ontstaan.
Het Verbond heeft twee reconditioneerders gevraagd om met een duurzaam herstelplan te komen. De meest overtuigende bleek ook nog eens het scherpst geprijsd. Inmiddels zijn de herstelwerkzaamheden achter de rug en als alles verder volgens planning verloopt, kan het Verbond nog voor de zomer weer terug naar de Bordewijklaan.
1. Jullie hebben gekozen voor duurzaam schadeherstel, waarom? En wat motiveert jou om het zo te doen?
“Niet alleen het Verbond, maar ook Schoonmakend Nederland (de brancheorganisatie van reconditionering) heeft het Manifest Duurzaam Schadeherstel ondertekend. Dit project zagen wij als een mooie kans om het in de praktijk te brengen. En die motivatie ... Ik heb vier kinderen en wil de wereld graag nog wat langer goed houden. Vorige zomer waren wij op vakantie in Italië en als ik dan zie hoe groot de hagelstenen zijn, wordt het bijna vanzelf een drijfveer om duurzamer te leven en te werken.”
2. Is duurzaam herstel lastiger? Kost het met andere woorden meer werk?
“Soms wel, soms niet. Dat kun je vooraf nooit zo zwart wit beantwoorden. Duurzaam herstel betekent vooral dat je nog bedachtzamer om moet gaan met het herstel. Je kunt niet lukraak met een hamer tekeergaan en alle afval in één bak gooien. Wij hebben uiteindelijk vier afvalstromen gecreëerd: één voor hout (vloer en plinten), één voor vloerbedekking met jute rug, één voor tapijttegels en één voor restmateriaal, waaronder linoleum. Dat neerzetten van die bakken kost weliswaar meer geld, maar de recycling van het materiaal kan ook weer wat opleveren. In dit geval zijn er bielzen gemaakt van de tapijttegels. Wij zijn ervan overtuigd dat duurzaam herstel niet per definitie duurder is of meer tijd kost. Het is vooral een kwestie van goed plannen. Als je bijvoorbeeld besluit om eerst al het hout naar beneden te brengen en dan pas de andere materialen, kost dat natuurlijk niet meer tijd of geld.”
"Het scheelt de nodige kilometers (en dus CO2-uitstoot) als niet iedereen elke keer ter plekke hoeft te zijn"
3. Wat zijn belangrijke randvoorwaarden voor duurzaam herstel?
“Goed organiseren en een strikte planning, maar ik vind ook het samenspel enorm belangrijk. Reconditioneerder, verzekeraar en expert moeten, samen met de gedupeerde, optrekken. Wij zijn de dag na de brand met iemand van de Vereende, het Verbond en een aantal experts door het gebouw gegaan. Wat is er nog te redden? En wat niet? Daarnaast hebben we een 3D-scan van het gebouw en de schade gemaakt. Dat houdt in dat één persoon met een camera door het gebouw gaat en op alle relevante plekken een scan maakt. Ik noem zo'n scan altijd een poppenhuis waar je met alle partijen op afstand doorheen kunt lopen. Het scheelt natuurlijk de nodige kilometers (en dus CO2-uitstoot) als niet iedereen elke keer ter plekke hoeft te zijn.”
4. Wat zijn de belangrijkste resultaten die jullie hebben behaald?
“Het scheiden van het afval heeft zo'n tien procent opgeleverd en komt neer op ruim duizend kilo/CO2. Daarnaast heeft onze planning met name ook goed gekeken naar de inzet van onze bussen. Er zijn in dit geval alleen collega's vanuit Den Haag ingezet die niet met hun eigen busje naar het Verbond zijn gereden, maar eerst hebben verzameld op één punt. Dat scheelt in de uitstoot, maar ook in euro's. In totaal hebben wij door dat maatwerk bijna drieduizend kilometers minder gereden.”
5. Waar ben jij het meest trots op?
“Op het feit dat we out of the box hebben nagedacht. We hebben bijvoorbeeld op negen plekken kastjes geplaatst die de luchtvochtigheid kunnen meten. Vier wanden in het gebouw waren letterlijk van onder tot boven drijfnat. Dan kun je meteen allerlei drogers plaatsen, maar wij hebben ervoor gekozen om die kastjes eerst een week lang de luchtvochtigheid te laten meten. Bij de receptie stond het zogenoemde moederboard, die alle data van die kastjes verzamelt. Daardoor konden wij op elk moment van de dag op afstand aflezen hoe het was gesteld met de temperatuur en de luchtvochtigheid. Ook dat zorgt ervoor dat je niet steeds ter plaatse hoeft te zijn en kilometers moet maken. Dat drogen duurt langer dan de traditionele inzet, maar het leverde wel een besparing op van bijna 3.500 KW. En natuurlijk zaten er ook oplossingen in ons plan die niet zijn gelukt. Zo wilden we in eerste instantie de tapijttegels loshalen, drogen en weer terugleggen. Maar na onderzoek bleek dat die tegels ouder waren dan verwacht en bovendien waren ze dusdanig beschadigd dat de kans groot zou zijn dat ze krom zouden trekken na herplaatsing. Niet alles lukt, maar dat is all in the game. Wij hebben in ieder geval geleerd dat duurzaam herstel begint met doen. Door te doen, leer je hoe je je aanpak verder kunt verduurzamen en je medewerkers daar weer op kan trainen en opleiden. Deze co-productie van drie partijen heeft ons aangetoond hoe je het met het maken van gezamenlijke keuzes tot een mooi duurzaam resultaat komt."
"Duurzaam herstel begint met doen. Door te doen, leer je hoe je je aanpak verder kunt verduurzamen"